Soms vraag ik me af...
- Luc Vincent

- 16 okt
- 2 minuten om te lezen
... wat heeft het voor zin wanneer er slechts een handvol dorpsgenoten enthousiast zijn over Manten en Kalle, terwijl het overige deel geen voeling heeft met zijn reuzen? Heeft het dan nog nut om er energie in te steken? Manten te herstellen tegen volgende lente? Zijn jas te vervangen door een nieuw op maat gemaakt exemplaar dat ook weer wat gaat kosten. Wat is de kans dat hij, na zijn herstelling, samen met Kalle in een stoet gaat meelopen? Ik kan er geen antwoord meer op geven. Misschein blijven zij ook volgend jaar gewoon in hun bidkapel (tenzij eventueel voor een stoet mbt. Wij Zijn Zaffelare). Het klinkt allemaal wat depri, ik geef het toe, maar je zou wel een beetje voor minder er de brui willen aan geven soms... We kregen van verschillende mensen een hart onder de riem door het verlenen van interviews en fotoreportages waarmee zij en wij geprobeerd hebben mensen geĆÆnteresseerd te krijgen in het helpen met de reuzen. We zoeken dragers en Kinderen van de Reuzen, maar vinden er geen. Daar komt het gewoon op neer. En geen dragers = Geen deelname aan (reuzen-) stoeten. Geen Kinderen van de Reuzen = wel... geen voortzetting van de traditie van de oude reuzen... die ook al in een vergeethoek terecht kwamen en vergingen tot stof. 'Zaffelare heeft nooit iets met zijn reuzen gehad.' Ik had het al in een eerdere blog over deze uitspraak van iemand van Zaffelare. Iemand die het kan weten. Zijn uitlating werd een voorspelling dat aan het uitkomen is. En die persoon is zeker geen reuzenhater, integendeel. Hij zal gelijk hebben zeker?
Ik heb al veel gedacht aan de verkoop van de reuzen. Misschien is een andere gemeente er meer content mee en kunnen zij er, mits verandering van uiterlijk, hun eigen reuzen van maken? Maar deze gedachte duw ik weg met de goede reden dat ik het nog steeds niet wil opgeven. Er zit teveel werk in. Marleen en Patrick hebben er ook hun ziel ingestoken bij het maken van de hoofden en de kledij. En Bert Vervaet die zo enthousiast was van het feit dat Zaffelare opnieuw zijn reuzen had, kan ik dit ook niet aandoen. Zijn gedachtenis althans.
Ter ere van hem, van Patrick, Marleen en de mensen die tot nu toe hulp boden en hun hart openstelden voor Manten en Kalle, wil ik alles nog een kans geven.
Wij Zijn Zaffelare biedt de reuzen misschien de kans om voor de tweede keer in een Zaffelaarse stoet te lopen (de eerste keer was ter ere van het schoolfeest in '21)?
We zien wel. ZE staan nog steeds veilig en droog opgesteld in de doopkapel van onze kerk en zo lang ze dat mogen kunnen we verder denken aan een toekomst voor Manten en Kalle.
Ik zou bij deze nogmaals een oproep willen doen, vooral aan de jeugd(verenigingen) om met ons een babbel te komen doen en te bekijken of er toch geen samenwerking mogelijk is.
Want, zoals zoveel gezegd wordt, de jeugd is de toekomst.





Opmerkingen